‘En hij weet dit al tien jaar?’, vraagt Noor. Ze staat buiten op het terras van haar appartement op één hoog. Beneden komen mensen uit het café, stemmen galmen over straat.
George opent het portier van de Audi A5, gaat zitten en trekt de deur dicht. ‘Ja. Hij zei dat het nooit het goede moment was. ‘Shit, waar heb ik het bonnetje van de parkeergarage gelaten?’
‘Ik snap het niet. Hoezo niet het juiste moment? Wat zei hij verder?’ Ze draait haar hoofd weg van de telefoon en neemt een trekje van haar sigaret.
‘Dat hij me niet heeft willen kwetsen.’
‘En waarom is het nu dan wel het juiste moment?’
‘Zijn therapeut – hij zit daar omdat het niet lekker loopt met Charlotte – had gezegd dat hij het moest vertellen. Dat die last van z’n schouders moest.’
‘Ik snap niet dat je zoiets groots zo lang geheim kunt houden voor je broer. Het gaat over jou, wie jij bent.’ Ze blaast het laatste trekje uit. ‘Ongelofelijk.’
‘Je rookt toch niet, hè?’
‘Nee.’
‘Misschien vond hij het prettig dat hij van tweede zoon ineens de eerste zoon werd’, zegt George. ‘Daddy’s favorite. Hij kreeg het land.’
‘De eerste én enige zoon’, zegt Noor.
‘Hij durfde het niet te vertellen. Was bang. Of laf. Of allebei. Hij kon het gewoon niet.’
De slagboom van de parkeergarage gaat open. De telefoon schakelt over op de autoluidsprekers.
‘Nikandros heeft het verteld toen Alex met Charlotte in Griekenland op familietour was. Dat was vlak voor hun trouwen in 1998, dus nu 12 jaar geleden.’
‘En je moeder dan?’ Noor steekt voorzichtig een nieuwe sigaret op. ‘Zij moet het toch geweten hebben?’
‘Volgens Alex heeft hij het een paar keer aan haar gevraagd maar dan zei ze: onzin, je weet toch dat je vader gek is.’ George rijdt de ring op en trapt het gaspedaal in. ‘Manisch depressief ja, en misschien wel gek gemaakt door jou, mama.’
‘Fuck me.’
‘Rustig, rustig.’
‘Alex zegt dat mijn vader een of andere tennisser was uit Jamaica.’



