Sinterklaascadeau
Aan het einde van de les komt Daan naar me toe. ‘Ik vind het zo erg voor u, mevrouw. Ik zal onze mentor vragen of hij er niet wat aan kan doen.’
‘Het spijt me dat je de les niet kunt volgen, Daan.’ Ik geef hem een aai over zijn schouder.
Hij kijkt omhoog. ‘Daar kun jij niets aan doen.’
Ik weet niet of dat zo is.
Sinds de herfstvakantie geef ik vier lesuren in de week aan een klas met 12-jarigen. De basis is er, zeggen mijn begeleiders. De teamleider mavo, een vakinhoudelijk collega, een persoonlijke coach. Zij hebben de afgelopen weken meegekeken in de les en zien een gezonde relatie tussen docent en leerlingen. Ze respecteren je als docent en het vakinhoudelijke, dat ga je leren, zeggen ze.
In de lerarenkamer spreek ik Mark, de mentor van mijn klas. Ook hij zegt dat ik me geen zorgen hoef te maken. ‘Het ligt niet aan jou. Ze zijn zo onrustig bij alle docenten.’ Hij wijst naar de fotootjes op de klassenplattegrond. ‘Deze twee, en deze drie jongens maken elkaar helemaal gek. En Zoë, onze queen bee, stuurt vanuit het midden de onrust aan door alleen maar met haar haar te zwaaien.’ Hij klapt zijn laptop dicht. ‘Ik zal de opstelling omgooien zodat ze niet meer bij elkaar zitten. En de ouders erbij halen’, zucht Mark. ‘Ik hoop voor jou dat je ook nog een andere klas hebt,’ sluit hij af met een lachje.
‘Nee,’ zeg ik, terwijl ik opsta om naar de tweede les van vandaag te gaan. ‘Maar dank je voor het vertrouwen.’
‘Vijf, vier, drie, twee, een…’ Ze weten dat ik het op een stil wil hebben. Pas als het helemaal stil is - tip van onze mavo teamleider - begin ik. ‘We gaan het huiswerk voor vandaag nakijken, pak allemaal je -.’
De deur zwaait open en een, twee, drie, vier, vijf pieten springen naar binnen. Eentje tekent droedels op het digiboard, eentje loopt langs alle tafels en deelt speculaas uit, weer een andere kartonnen bekers en pakken chocolademelk. Luid zingend vertrekken ze na tien minuten, mij achterlatend met 25 pubers op een sugar-rush. In het half uur dat overblijft zet ik Samir, Sem, Liam, Jesse en Lucas het lokaal uit. De chocolademelk zit op het plafond.